Hoe kan het toch, dacht Jeanne Martens, dat vrouwen de waarde van netwerken onderschatten? Zelf is ze in verschillende netwerken actief en ziet ze dat vrouwen uiteindelijk afhaken.
“Bijvoorbeeld omdat hun man in het buitenland werkt en ze vaker bij de kinderen willen zijn”, vertelt ze aan Business Insider.
Martens studeerde bedrijfskunde en is sinds 2017 als onderzoeker verbonden aan het lectoraat Entrepreneurship van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Ook was ze tot dit jaar voorzitter van de VVAO, een netwerkorganisatie die ruim 100 jaar bestaat en waarvan meer dan 3.000 hoogopgeleide vrouwen lid zijn.
Ze besloot te onderzoeken of en hoe vrouwen hun netwerk gebruiken om stappen te zetten in hun carrière. Vrijdag 11 september verdedigt ze haar proefschrift ‘De netwerk-kikker wakker kussen: Vrouwen en hun netwerk’ aan de Vrije Universiteit.
“Er zijn quota om vrouwen op leidinggevende posities te krijgen en bedrijven moeten van alles. Een van de redenen om dit te onderzoeken, is dat vooral wordt gekeken naar de beperkingen waarmee vrouwen te maken hebben”, zegt Martens.
“Vrouwen hebben last van een plakkende vloer, een glazen plafond en wat al niet meer. Natuurlijk zijn er fenomenen in bedrijven die ervoor zorgen dat vrouwen niet doorstromen, maar ik vroeg me ook af: wat doen wij zelf? Het verbaasde me dat vrouwen de waarde van netwerken niet onderkennen. Daar wilde ik meer van weten.”
‘Kleffe netwerkborrel met allemaal mannen’
In haar onderzoek stuitte ze al snel op vrouwen die zich niet geschikt achtten om überhaupt met Martens over hun netwerk te praten. “Een aantal zei: ‘Nee, je moet mij niet hebben, ik heb geen netwerk en doe er dus ook niets mee.’ Iemand vond netwerken zelfs een vies woord”, vertelt de onderzoeker. “Dan zie ik zo’n kleffe netwerkborrel met allemaal mannen voor me”, had de vrouw volgens Martens gezegd.
“Vrouwen hebben eerder het idee dat ze gebruikmaken van andere mensen als ze hun netwerk proberen in te zetten. Ze vinden het berekenend. Niet iedereen denkt er zo over, maar het is zeker de perceptie van een deel van de respondenten.”
De mensen die Martens had overgehaald mee te doen aan haar onderzoek, liet ze hun netwerk tekenen.
“Het bleek dat zelfs degenen die zeiden geen netwerk te hebben een veelomvattend netwerk hadden. Ik had de deelnemers gevraagd hardop te denken tijdens het tekenen. Wat er gebeurde, was dat ze schoorvoetend eerst zichzelf op papier zetten. Vervolgens tekenden ze hier een groepje, daar een groepje. En oh, daar nog een.”
Martens zag dat niet alleen zakelijke contacten op papier werden gezet, maar ook kennissen van sport, oude studievrienden, buren en zelfs familie en gezin. Deze mensen waren al die tijd als netwerk over het hoofd gezien.
Vrouwen zijn zich er dus niet altijd van bewust dat ze een netwerk hebben. Als ze dat wel zijn, dan is het nog een grote stap om er ook iets mee te doen.
Zoals Martens eerder al zei: vrouwen vinden het lastig om iemand uit hun netwerk om hulp te vragen omdat ze dit berekenend vinden. Althans, als het om een hulpvraag gaat die met werk te maken heeft. “Als het om bijvoorbeeld hun gezin gaat, hebben ze minder moeite met het stellen van een hulpvraag.”
‘Vrouwen denken dat hun prestaties wel worden opgemerkt’
Daarnaast speelt bescheidenheid een rol. “Wat je ziet is dat vrouwen eerder voor anderen denken. Ze doen bijvoorbeeld de aanname dat hun leidinggevende wel wat belangrijkers te doen heeft dan een gesprek te voeren met hen.”
Bovendien, schetst Martens, verwachten vrouwen dat anderen hun prestaties wel zien als ze maar hard genoeg werken. “Maar zeker in bedrijven waar meer mannen werken, is het belangrijk om te vertellen wat je hebt gedaan en waaraan je hebt bijgedragen, want dat doen mannen ook”, stelt ze.
En als de prestaties van vrouwen worden opgemerkt, nemen ze een compliment daarover niet zomaar in ontvangst. “Vrouwen hebben dan de neiging om te zeggen dat ze iets met z’n allen hebben bereikt, dat het teamwork is. Maar je mag echt wel duidelijk maken wat jouw bijdrage is zonder anderen tekort te doen.”
Martens wilde ook van topvrouwen weten of zij gebruik hebben gemaakt van hun netwerk. Een aantal van hun anekdotes schetsen hoe mannen en vrouwen verschillen bij het inzetten van hun netwerk.
Zo werkte een van de topvrouwen bij een bedrijf met een Japanse partner van wie ze wat informatie nodig had. Ze vroeg de informatie op bij de desbetreffende man, maar er gebeurde niets.
“Die meneer bleek ze eerder te hebben ontmoet in een taxi op weg naar een bijeenkomst, maar bij het opvragen van de informatie had ze verzuimd te zeggen dat ze de dame was van toen in die taxi. Want dat vond ze niet relevant”, vertelt Martens.
“Uiteindelijk kreeg ze de informatie, waarvoor ze hem tijdens een volgende bijeenkomst wilde bedanken. Hij vroeg toen waarom ze niet had gezegd dat ze elkaar kenden, dan had ze de informatie zeker sneller gekregen. Het helpt dus echt om jezelf meer zichtbaar en wat groter te maken.”
Topvrouw zag mannen steeds bij de manager aankloppen
Een andere topvrouw zag ook niet meteen het belang van netwerken in, tot ze eens goed op de mannen lette. “Ik zag iedere paar weken een man bij de leidinggevende aankloppen om te vertellen dat hij Pietje heette en wat hij allemaal had gerealiseerd en bijgedragen voor het bedrijf. Dat ben ik ook gaan doen”, vertelt Martens over de topvrouw, die nu zelf de CEO is bij wie mannen aankloppen. “Vrouwen ziet ze dat niet doen.”
Mannen stappen eerder op mensen af die hen verder kunnen helpen in hun carrière dan vrouwen, zag ook een topvrouw die werkzaam is in een ziekenhuis. “Ze is een medisch specialist die echt aanzien geniet in het ziekenhuis. Op een gegeven moment kreeg ze er een leidinggevende functie bij”, vertelt Martens.
Die stap bracht een interessante beweging op gang. “Ze merkte dat mannen probeerden ‘vriendjes’ te worden, ze probeerden een wit voetje te halen. Mannen zagen: daar zit de macht, dus ik moet die richting opschuiven. Vrouwen deden dat niet. Deze medisch specialist zag dat vrouwen hetzelfde bleven, terwijl mannen de macht opzochten”, aldus Martens.
Mannen maken ook eerder tijd vrij voor de bedrijfsborrel dan vrouwen, schetste een van de topvrouwen die ze sprak. “Het zijn de mannen die daar gebruik van maken. Het is een moment om je zichtbaar te maken bij de belangrijke mensen in het bedrijf, maar vrouwen schitteren vaak door afwezigheid. Ze gaan naar huis of zwoegen nog op een project. Dat is een belangrijk verschil in keuzes.”
Volgens Martens zul je ook dingen uit handen moeten kunnen geven als je hogerop wilt komen. “Mensen aan de top hebben het thuisfront vaak goed geregeld. Terwijl op de weg ernaartoe nog niet alles op zijn plek is gevallen. Er is geen strakke taakverdeling op het thuisfront en er is ook geen duidelijke focus op bijvoorbeeld de carrière, met als gevolg dat er vele ballen in de lucht te houden zijn.”
Topvrouwen hebben een sponsor en het thuisfront strak geregeld
Verschillende topvrouwen vertelden Martens dat ze keiharde afspraken hadden gemaakt met hun partner voordat ze aan kinderen begonnen. “Alles was geregeld, er stond nog net geen handtekening onder.” Ook zorgden de topvrouwen ervoor dat ze een sponsor hadden, bijvoorbeeld een oud-collega of een voormalig leidinggevende.
“Een sponsor is een ambassadeur. Hij of zij zorgt ervoor dat je kennis en informatie krijgt waar je anders geen toegang tot zou hebben. Daarnaast kan een sponsor een netwerk voor je openbreken door je te introduceren”, legt Martens uit.
“Natuurlijk moet je wel betrouwbaar zijn, goed voorbereid en je afspraken nakomen, maar je komt anders binnen als je geïntroduceerd bent. Dat legt veel meer gewicht in de schaal.”
Dat wil niet zeggen dat met een sponsor de dingen vanzelf gaan. “Het blijft wel belangrijk dat je een duidelijke hulpvraag uitzet. Anders komt er geen hulp”, zegt Martens.
Zoals ze eerder al zei: met het stellen van die hulpvraag hebben vrouwen juist moeite, omdat ze het calculerend vinden, denken dat iemand wel wat beters te doen heeft of verwachten dat hun prestaties vanzelf wel een keer worden opgemerkt.
Volgens Martens wijst onderzoek uit dat vrouwen over-mentored zijn en veel te weinig gebruikmaken van een sponsor. Ze hebben dus mensen om zich heen die hen feedback en advies geven, maar die gebruiken niet hun invloed om deuren voor hen te openen.
“Topvrouwen hebben aan hun zichtbaarheid gewerkt, aan hun netwerk gebouwd en hulpvragen gesteld.” Netwerk-bewustzijn, bewust netwerken, noemt Martens dat. “Als je je netwerk laat weten wie je bent, wat je doet en een sponsor hebt die je helpt, dan omzeil je misschien dat glazen plafond of ontdek je dat het er niet is”, zegt ze.
Daarmee wil de onderzoeker niet zeggen dat netwerken “het ei van Columbus is”. “Het is één van de aspecten die vrouwen verder kan helpen in hun carrière, naast de quota en randvoorwaarden bij bedrijven.” Maar één ding is volgens haar wel zeker: “Als je jezelf niet zichtbaar maakt en geen vragen stelt, laat je zeker kansen liggen.”
De promotie van Jeanne Martens is op vrijdag 11 september te volgen op YouTube.